Op een prachtige Indian Summer dag stap ik op mijn fiets naar het station op weg naar Den Haag. Ik heb uitgekeken naar deze dag omdat ik op de koffie ga bij een vrouw die ik bewonder, namelijk Marieke van Delft, de conservator Oude Drukken van de Koninklijke Bibliotheek.
Ik ben Marieke op het spoor gekomen toen ik samen met mijn dochter een rondleiding in de KB volgde, waarna Marieke ons een presentatie gaf over haar expertisegebied: héél oude boeken. Zij deed dit met zoveel enthousiasme, dat de deelnemers niet het geplande halfuurtje, maar ruim anderhalf uur aan haar lippen hingen, terwijl zij het een na het andere vuistdikke, in leer gebonden boek rond liet gaan. Wat een enthousiaste verteller en wat een mooie job, daar wilde ik meer van weten. En zoals dat gaat bij mij, als ik een goed verhaal heb geroken, dan ga ik mijn neus achterna. Gelukkig wilde Marieke ondanks haar drukke agenda tijd vrijmaken voor een goed gesprek en een kop thee, met een stroopwafel uiteraard.

“Ik herinner me nog heel goed het gevoel dat ik had toen ik voor het eerst zo’n 17e eeuws boek in mijn handen had.”
je bent conservator Oude Drukken, wat houdt dat eigenlijk in?
Dat betekent dat ik hier bij de Koninklijke Bibliotheek verantwoordelijk ben voor het inhoudelijke beheer van oude boeken, drukken van 1450 tot 1800. Ik moet zorgen dat de collectie aangevuld wordt dus ik koop oude boeken bijvoorbeeld bij antiquariaten of bij veilingen. Daarnaast is het de bedoeling dat mensen deze boeken ook kunnen zien en daarom geef ik presentaties, lezingen en colleges en schrijf ik artikelen erover. Ik beantwoord vragen van bezoekers en ben coördinator van enkele kennisdiensten zoals een bibliografie van alle boeken die tussen 1473 en 1800 in Nederland gedrukt zijn. Ik zit ook in een internationale groep van European Research Libraries, om gezamenlijk te kijken hoe we deze oude drukken het beste onder de aandacht van het publiek kunnen brengen en wetenschappelijk kunnen ontsluiten.
Waarom vind je het belangrijk dat dit soort oude werken gezien worden?
Deze oude boeken zijn de basis van onze geschiedenis. Het is ons cultureel erfgoed en boeken zijn extra bijzonder omdat het niet alleen oude materiële objecten zijn, maar omdat ze ook een inhoud hebben waarvan het belangrijk is dat die gezien en gewaardeerd wordt. Zo kun je bijvoorbeeld parallellen zien tussen de ontwikkeling van de eerste boeken, na de uitvinding van de boekdrukkunst in 1450 en de ontwikkeling van nieuwe media. Daarover komt volgend jaar februari een tentoonstelling ‘Conn3ct, 2 media, 1 verhaal’ naar Den Haag, in museum Meermanno waaraan ik meegewerkt heb.
Wat ik ook zo mooi vind aan oude boeken is dat ze je een heel direct persoonlijk contact met de geschiedenis bieden. Ik ben niet meteen conservator geworden en heb nogal een geschiedenis afgelegd voordat ik in deze functie terecht kwam, maar ik herinner me nog heel goed het gevoel dat ik had toen ik voor het eerst zo’n 17e-eeuws boek in mijn handen had: ”Jeetje, dit hebben mensen toen vastgehad en ik heb het nu vast”.
Je hebt nu een baan waar je duidelijk je passie in kwijt kunt, maar je vertelde net dat het best een lange weg is geweest voordat je bent gekomen waar je nu bent. Zijn er als je terugkijkt in je leven belangrijke gebeurtenissen te noemen die bepalend zijn geweest voor jouw persoonlijke geschiedenis?
Mijn moeder is heel jong overleden. Ik was elf toen ze borstkanker kreeg en achttien toen ze overleed vlak voor mijn eindexamen. Dat heeft veel invloed gehad op hoe ik me voelde in de jaren daarna en ook op de keuzes die ik maakte. Ik wilde altijd kinderarts worden maar toen ik het hele ziekteproces van mijn moeder gezien had, wilde ik dat niet meer. Ik besloot om archeoloog te worden, maar ook in die richting vond ik niet wat ik zocht. Nadat ik de propedeuse van zowel kunstgeschiedenis als geschiedenis had gehaald, ging uiteindelijk alsnog geneeskunde studeren. Mijn vader was huisarts en wilde dat erg graag. Hoewel ik de studie geneeskunde ook niet leuk vond, heb ik wel mijn kandidaatsexamen gehaald, vergelijkbaar met een Bachelor. Nadat ik een zomer in het ziekenhuis had gewerkt, wist ik echter zeker dat ik dat echt niet wilde.
Achteraf gezien was ik die hele periode gewoon heel ongelukkig, depressief zelfs, maar dat begreep ik toen niet. Ik miste mijn moeder en ik voelde me erg alleen, er was geen ruimte om die rouw goed te verwerken. Toen ik een vacature zag van de Koninklijke Bibliotheek , realiseerde ik me dat alles wat ik deed met boeken te maken had. Ik heb gesolliciteerd en werd aangenomen. Dat was 1 juli 1978.
Je loopbaan begon hier dus bijna 40 jaar geleden. Kun je iets vertellen over de stappen die je daarin hebt gezet?
Hoewel ik veel gestudeerd had kwam ik in zekere zin bij de KB binnen als ongeschoolde medewerker en moest onderaan beginnen. Omdat ik verder wilde komen en merkte dat ik de inhoudelijke banen echt leuk vond, ben ik een eenjarige bibliotheekopleiding gaan volgen en daarna een opleiding tot literatuuronderzoeker van anderhalf jaar. Inmiddels was ik bibliografisch medewerker geworden. Voor het werk dat ik wilde doen, had ik echter een academische opleiding nodig. Toen heb ik het bijvak boekwetenschap gedaan en daar heb ik mijn man ontmoet. In 1989 ben ik alsnog de avondstudie geschiedenis aan de Universiteit Leiden gaan doen, twee avonden in de week. In 1994 ben ik afgestudeerd en rond die tijd kreeg ik ook mijn eerste kind. Ik was toen 39 jaar.
Maar toen ben je niet gestopt met leren, want op jouw kaartje staat dr. en niet drs. Je bent dus gepromoveerd. Dat moet een prachtig moment zijn geweest in je loopbaan.
Jazeker, zo’n promotie is net een huwelijk, maar dan in je eentje. Het was een prachtige dag. Ik ben gepromoveerd in Leuven. Er zaten wel 150 mensen in de zaal, ook heel veel uit Nederland. We hadden zelfs een bus geregeld. Het was echt superleuk!
Maar er zijn wel meer mooie momenten geweest. Bijvoorbeeld de aanschaf van een heel bijzonder boek over Alexander de Grote, uit 1491. De eerste Nederlandse roman in proza! Ik ben bijvoorbeeld ook heel trots op de facsimilés die de KB samen met Lannoo heeft uitgebracht en waar ik de eindredactie van deed. Deze reproducties van oude drukken zijn heel goed ontvangen en verkocht. Het was veel werk, maar ik werk graag en ook veel, niet alleen hier. ‘s Avonds thuis zit ik vaak te schrijven omdat ik daar anders niet aan toe kom. In overvolle weken zoals deze denk ik: ‘Marieke dat heb je niet handig gedaan, je had niet op al die dingen ja moeten zeggen.’ Maar ja, ik vind het allemaal ook heel leuk.
Je gaf net aan dat boeken de rode draad zijn in alles wat je doet en hebt gedaan. Had je vroeger ook al een grote liefde voor boeken? Wat was je favoriete boek als kind?
Ik heb heel lang de boeken Het Kleine Huis, van Laura Ingalls Wilder gelezen en herlezen. Er is een vreselijke televisieserie van gemaakt, maar ik vond de boeken heerlijk. Ook De Bikkel van Diet Kramer heb ik graag gelezen. Ik herkende me in het leven en de problemen van de gymnasiaste Bikkel en haar vrienden, waarvan enkelen het ook moesten stellen zonder vader of moeder. En toen ik nog jonger was ook nog de hele Marieke serie van Mia Bruyn-Ouwehand.

Verhalen met een vrouwelijke hoofdrol. Als je één dag iemand anders zou kunnen zijn, misschien wel een heldin uit een boek. Voor wie zou je dan kiezen?
Die keuze is gauw gemaakt. Ik zou graag een dagje in de voetsporen stappen van Maria Sibylla Merian, iemand waar ik nu veel mee bezig ben. Zij leefde van 1647 tot 1717 en was empirisch wetenschapper én zeer begenadigd kunstenares. Ik schilder zelf ook graag, al heb ik daar nu niet veel tijd voor, en ik vind haar een fascinerende vrouw. Zij was, helemaal voor die tijd, enorm ondernemend en zelfstandig. Ze reisde in 1699 met haar dochter naar Suriname, waar ze met een bootje de jungle in ging om daar onderzoek te doen naar de metamorfose van insecten: hoe ontwikkelt een rups zich tot een vlinder? Zij bestudeerde dat proces nauwkeurig en publiceerde daarover haar meesterwerk Metamorphosis insectorum Surinamensium (gepubliceerd in 1705). Een verslag met 60 schitterende illustraties en wetenschappelijke omschrijvingen van de ontpopping van rupsen tot vlinders. In 2017 is het 300 jaar geleden dat zij overleed. Ik zou wel een kijkje willen nemen in haar leven toen.
Van het originele werk van Maria Sibylla Merian is een moderne reproductie, een facsimile, gemaakt die op 11 oktober verschijnt bij Uitgeverij Lannoo. Je moet ervoor in de buidel tasten – het boek kost 99 euro – maar het misstaat op geen enkele salontafel (mits deze niet te klein is want het boek is meer dan een halve meter hoog!)
Je zit hier echt op je plaats. Waar ben je dankbaar voor en wat zou je nog heel graag willen? Waar zullen we op proosten? (we doen het even met thee bij gebrek aan champagne)
We hebben het vooral over mijn werk hier gehad, maar op de eerste plaats ben ik enorm dankbaar voor mijn man en voor het feit dat ik op latere leeftijd twee gezonde kinderen heb mogen krijgen.
Wat mijn werk betreft ben ik nu aan het oogsten en er komen allerlei hele leuke dingen op mijn pad. Wat ik doe voelt niet als werk. Ik houd van een uitdaging en vind het leuk om dingen te fixen, ik ben een echte doener. Ik zou het wel prettig vinden als ik even géén bijzondere projecten zou hebben, dan zou ik eens alle achterstallige zaken kunnen afhandelen, zoals mijn kamer opruimen en alle e-mails wegwerken, waaronder ik soms haast wordt bedolven. Mijn werk neemt zoveel tijd in beslag dat ik niet zo vaak de gelegenheid heb om bij te praten met vrienden. Dat is de andere kant van de medaille. Er zouden meer dan 24 uur in een dag moeten zitten!
Dan laat ik je nu verder gaan met je werk. Heel hartelijk bedankt dat je tijd wilde vrijmaken om je verhaal met mij te delen. Het was fijn om bij jou op de thee te mogen komen.
Na ons gesprek laat Marieke mij nog wat mooie illustraties en boeken zien. Ik mag twee ansichten uitzoeken met Merian’s illustraties en als klap op de vuurpijl nodigt Marieke me uit voor de boekpresentatie. Dat wil ik zeker niet missen! Met de ansichtkaarten, uitnodiging, een lege thermoskan én een goed verhaal in mijn rugzak, loop ik terug naar het station. Het was weer een prachtige ontmoeting, nu snel aan het werk om Marieke’s verhaal op te schrijven en te delen. Bij deze!
TIP 1: Bekijk ook het mooie filmpje dat is gemaakt ter gelegenheid van de verschijning van het boek van Merian, met daarin ook een bijdrage van Redmond O’Hanlon (die hiervoor ook bij Marieke op bezoek is geweest;-)
TIP 2: Wil je ook eens een kijkje nemen achter de schermen van de Koninklijke Bibliotheek?Ze organiseren regelmatig rondleidingen en presentaties. Opgeven kan via de website